Echocardiografie

Laatste wijziging: 08 maart 2022

Een echocardiografie geeft een goed beeld van het hart. Een echo werkt door middel van het uitzenden van (ultrasone) geluidsgolven die tegen de inwendige structuren van het lichaam botsten en worden teruggekaatst. Al naar gelang de sterkte van het teruggekaatste geluid wordt dit omgezet in een lichtsignaal dat zichtbaar is op het scherm van de cardioloog. Op deze manier kunnen alle structuren van het hart zichtbaar worden gemaakt op een niet invasieve manier. Door middel van een dopplersignaal kan tevens de stroomsnelheid en de richting van de bloedstroom in de verschillende delen van het hart nagemeten worden.

Tijdens het onderzoek lig je, met ontbloot bovenlichaam, op de linkerzij. Je krijgt 3 electrodes opgekleefd zodat de arts tijdens de echografie het hartritme beoordelen kan. De cardioloog zal met een echoprobe over de borstkas gaan (met behulp van contactgel) om jouw hart goed te kunnen zien vanuit verschillende hoeken. Een echocardiografie is volledig pijnloos.

Bij een echocardiografie kijkt men naar het volgende:

De grootte, de vorm en de functie van de verschillende hartkamers
De dikte en de werking van de hartspier
De vorm en de werking van de hartkleppen
Opsporen van eventueel vocht in het hartzakje en op de longen
Opsporen van hartklonters en kleponstekingen

Wanneer reeds schade aan de hartspier is opgetreden, kan men de ernst hiervan inschatten en ziet men de afwijkingen in de hartspier en de grootte van de schade. De cardioloog kan de resterende pompfunctie van het hart beoordelen. Zelfs als er nog geen schade is, kan er gekeken worden of er een stoornis is in de doorbloeding van de hartspier.